Het onderstaande artikel van Redmar Bosma is overgenomen uit het Friesch Dagblad van 11 november 2024.
Jaap Hoekstra (87) verloor zijn moeder en zusje op 11 november 1944
Jaap Hoekstra zag in 1944 vanachter de Polderdijk in Terherne hoe het huis van zijn familie werd gebombardeerd. Zijn moeder en zusje kwamen hierbij om het leven. Tachtig jaar later vertelt hij erover. ,,Het komt allemaal weer boven als ik een vliegtuig hoor.”
11 november 1944 markeert het bombardement op de sluizen bij Terherne. Canadese en Britse vliegtuigen scheerden die ochtend over het Friese dorp. Met een dubbele aanval vanuit de lucht wilden ze de vaarroute lamleggen, waarlangs de Duitsers wapens en goederen vervoerden. De actie zou vier mensen het leven kosten.
Melk ophalen
Onder wie Jaap Hoekstra’s (87) moeder en eenjarige zusje. Hij woonde met zijn familie in een van de twee sluiswachtershuisjes. Die ochtend ging hij met zijn vader en broertje melk ophalen bij de boerderij van hun opa, aan de Mardyk. En toen gebeurde het.
,,It bombardemint begûn doe’t we wer rjochting hûs rûnen. En fuort dêrnei kaam der noch ien”, zegt Hoekstra, die toen een jongetje van zeven was. ,,Fluch skûlen wy efter de Polderdyk. Nei in skoftke krûpte ik foarsichtich nei boppe ta. Ik seach daliks dat beide slûswachtershúskes platlein wiene.”
Armen om haar dochter heen
Toen de vliegtuigen weg waren, snelde Hoekstra’s vader naar zijn verwoeste huis. Hoekstra zelf bleef met zijn broertje achter het Terzoolster sluisje, met de familie Zijlstra. Zijn moeder en zusje verbleven in het huis tijdens het bombardement. Zij probeerden zich in de kelder in veiligheid te brengen. Door de impact van de bommen liep deze echter vol met modder. Bij het uitgraven werden de twee gevonden. De moeder met haar armen beschermend om de dochter heen. De vrouw van de andere sluiswachter liet eveneens het leven. Net als een Duitse soldaat.
Wat er in hem omging bij het horen van het vreselijke nieuws, weet Hoekstra niet meer. ,,Wierskynlik omdat it allegear tefolle foar my wie.” Omdat het gezin plots dakloos was, kon Hoekstra bij zijn oom en tante in Terherne terecht. ,,Us heit en broerke giene nei myn beppe ta. Dêrnei kamen we wer byinoar, yn in wenskip yn Terherne. Regele troch de provinsje.”
‘Dan komt it wer boppe’
Hoekstra woont inmiddels zo’n vijftig jaar in Zutphen., waar hij vanuit Fryslân via Amsterdam terechtkwam. De gebeurtenis flitst nog wel eens door zijn hoofd. Een trauma wil hij het niet noemen, maar een pijnpunt zal het altijd blijven. Zeker rond 11 november, vertelt hij. Dan dwalen de gedachten af naar Terherne. ,,Op 4 maaie stean ik der ek altyd by stil. Dan gean ik mei myn frou, bern en bernsbern werom nei it doarp en farre we mei preammen nei de âlde slûs.”
Soms wordt hij onverwacht teruggebracht naar die zwarte dag. ,,Ik wenje net fier fan fleanfjild Teuge. Dus der komt hjir geregeld wat oer. As ik dan fleantugen hear, dy mei lytse motoaren, dan komt it allegear wer boppe. Dan is it oft ik de alliearden hear.” Van het een op het andere moment ligt hij dan weer achter de Polderdijk.
Verhaal in leven houden
Hoekstra heeft altijd open over de gebeurtenis verteld. Ook binnen de familie. Zo komt het dat ook dochter Mieke (57) veel over die dag te weten kwam. Als kind dook ze de bieb in en begon alles over de Tweede Wereldoorlog te lezen.
Ook is ze betrokken bij de herdenkingen in Terherne. Zo sprak ze tijdens dodenherdenkingen en verzorgde ze een lesdag voor de bovenbouw van basisschool Bloei. Mieke vertelde wat er die 11 november in hun dorp gebeurde. ,,We hebben het gehad over oorlog en vrede. Ik heb de kinderen gevraagd waar ze dan aan moeten denken.”
,,De groep die de oorlog heeft meegemaakt, dunt natuurlijk uit”, gaat ze verder. ,,Ik denk dat het erg belangrijk is dat de generaties erna weten wat er plaatsvond. En vooral ook wat een oorlog veroorzaakt. Zo blijf je misschien meer kritisch op wat er om je heen gebeurt. Zeker nu. Vrijheid is niet vanzelfsprekend.”
Ontmoeting bij de kapper
Mieke woont sinds 2007 in Fryslân. Zo nu en dan ontmoet ze mensen die bekend zijn met de verhalen van de bombardementen in Terherne. Het maakt nog steeds indruk op het dorp en omgeving, vertelt ze. ,,Een tijd geleden zat ik bij de kapper en trof ik een man met een schipperspet. Hij vertelde dat hij ‘skipper’ was geweest op het Sneekermeer. Ik vertelde zodoende dat mijn pake daar sluiswachter was geweest.”
Al snel kwamen de twee bij het bombardement terecht. De man wist er alles van, zo bleek. ,,Hij moest nadien met zijn boot de sluis door varen, om te checken of er nog magnetische bommen in het water lagen. Indrukwekkend”, vertelt Mieke. ,,En zo zijn er nog tig verhalen die een link hebben met 11 november. Ik noem ze puzzelstukjes.”
Heinz uit Hamburg
Maandag is er geen herdenking in Terherne. Vijf jaar terug was die er wel. Ook Jaap Hoekstra was toen present. Samen met enkele anderen plantte hij vier fruitbomen bij het monument, ter nagedachtenis van de slachtoffers.
Dat er voor de ingekwartierde Duitse soldaat ook een boom kwam, vond Hoekstra een mooi gebaar. ,,Syn namme wie Heinz. Ut Hamburch wei. Dy soldaat brocht my soms mei de boat nei skoalle ta en makke lytse sylboatsjes foar my en myn broerke. Heinz hie deselde leeftiid as ús heit doe en hie twa soannen dy’t er achterliet”, vertelt hij.
,,Heinz wie ek mar stjoerd, en ek ien fan de slachtoffers”, zegt Hoekstra. „In oarloch is noait swart-wyt.”