Oude foto’s, films en verhalen van Terherne:
Op de Facebookpagina “Werom yn Terherne” (dank aan initiatiefnemer Theunis van der Meer) vind je een schat aan oud beeldmateriaal, kijken!
Geschiedenis van Terherne
Aan de rand van de gemeente De Fryske Marren, omsloten door het Sneekermeer en de Terhornster en Terkaplester Poelen, ligt het “eiland” Terherne. Het dorp Terherne is waarschijnlijk ontstaan rond 1100. Van oudsher moest men vechten tegen het oprukkende water van het Sneekermeer. De keersluis, die alleen bij hoog water dienst deed, werd in 1944 door de geallieerden gebombardeerd en doet sindsdien dienst als schiphuis van het Provinciale Statenjacht. Rond 1950 is de huidige sluis gebouwd. Terherne werd vroeger ook wel Nova Zembla genoemd vanwege de geïsoleerde ligging.
In 1883 kreeg het eiland een vaste verbinding met Terkaple door het dichten van de Heerenzijl. De inwoners vonden hun bestaan voornamelijk in de landbouw, scheepvaart en visserij.
Tijdens de bloeiperiode van de Friese handelsvaart op de Oostzee en Middellandse Zee, in de 18e eeuw, telde Terherne tussen de 40 en de 50 kofschippers. Ten zuidoosten van Terherne was de helling waar deze schepen werden gebouwd. Tegenwoordig is de grootste bron van inkomsten de waterrecreatie.
De bijnaam van de inwoners van Terherne is “Poask” (stekelbaars). Deze vis komt veel voor in de wateren rond Terherne. De “Poask” symboliseert de armoede die onder de bewoners heerste in de 19e en begin 20e eeuw.
De naam Terherne betekent “op de hoek”. Terherne is ontstaan als eindpunt van de landverkavelingen in de twaalfde eeuw. Terherne is aan alle kanten omsloten door water. Het dorp Terherne lag vroeger geïsoleerd op een eiland. Toen op 2 maart 1845 de eerste predikant bij de Hervormde gemeente in dienst trad, kwamen er vier overdekte wagens over het ijs uit Akkrum aan. Volgens de overlevering was er nog nooit een rijtuig in het dorp gezien en “hadden sy veel bekijks”. In 1857 werd een grindweg aangelegd die aansloot op de rijweg tussen Akkrum en Oude Schouw. Pas in 1908 is een verbindingsweg naar Terkaple aangelegd, de “rijksstraatweg” naar Joure.
De inwoners van Terherne vonden hun bestaan in de landbouw, de scheepvaart en de visserij, alsmede bedrijvigheid die daarmee annex was.
Tijdens de bloeiperiode van de Friese handelsvaart op de Oostzee en de Middellandse Zee, in de achttiende eeuw, telde Terherne tussen de 40 en 50 kof- en smakschippers. Veel van het land van de Terhernster boeren lag over water en zij moesten gebruik maken vanzeilendebedrijfsvaartuigen .
Wapen van Terherne
Het wapen van Terherne bestaat uit 3 klaverbladeren in geel (goud), twee in de midden en één er boven, met daaronder een lelie in het wit (zilver). De ondergrond is rood. De oorsprong van dit wapen is onbekend. Het is alleen bekend van een kastdeurtje in café Zevenwouden. Daar is het naast het wapen district Zevenwouden afgebeeld met de tekst: “Als ik het wel heb onthouden, is dit de hoek van Zevenwouden”. De klaverbladeren komen ook voor in de wapens van de dorpen Akkrum en Aldeboarn en in die van de eerdere gemeente Utingeradeel, ze verwijzen mogelijk naar de landbouw. Het kastdeurtje is afkomstig uit een boerderij die destijds aan De Krim stond. Deze boerderij stond in de uiterste hoek van het dorp aan De Horne. Daar staat nu een grote bungalow op De Syl. Dit was echt het uiterste hoekje van het district Zevenwouden. Op deze plek kwamen Zevenwouden, Oostergo en Westergo bij elkaar. In deze boerderij was een herberg en een bovenzaal gevestigd. Een combinatie die vaker voor kwam.
In 1876 zijn Hettes Jentsjes van der Meer en Sjoukje Kornelis in deze boerderij komen wonen. Sjoukje heeft echter veel last van haar astma en er werd verondersteld dat dit kwam doordat zij aan het water woonden. Bovendien ergerde ze zich aan het arbeidersvolk dat in het café kwam en daar hun zuurverdiende geld opmaakte. Ze leerde toen trouwens wel erg goed kaartspelen. Al in 1881 werd er voor deze lokaliteit geen vergunning voor sterke drank meer aangevraagd. In de jaren 90 van de 19e eeuw hebben zij besloten om te verhuizen naar in boerderij in “It Leechlân” bij Grou. Het is niet bekend of het café toen nog draaide.
De nieuwe bewoners besloten om te verbouwen en het gehele voorhuis als woonruimte in gebruik te nemen. Hier was de Terhernster schilder Folkert Gerrits van der Meer bij betrokken. Toen hij het kastdeurtje op de brandstapel zag liggen, heeft hij het meegenomen naar café Zevenwouden. Zijn vader was daar destijds de eigenaar van. Sinds die tijd, tot op de dag van vandaag, heeft het deurtje een plek gevonden in café Zevenwouden. Het is zelfs mogelijk dat Zevenwouden zijn naam heeft ontleend aan de tekst op het deurtje. Het deurtje is jammer genoeg niet meer in de originele kleuren.